Geertruida (Truus) van Lier (1921-1943)

Studente, rechten Universiteit Utrecht.

In 1940 werd zij lid van de verzetsgroep C-6. Truus werkte oa als koerierster, smokkelde wapens en illegale lectuur en bracht Joden naar onderduikadressen.

De Nederlandse hoofdcommissaris van politie in Utrecht, de NSB’er G.J. Kerlen, was verantwoordelijk voor de opsporing van ondergedoken Joden, en de nazificatie van het Utrechtse politiekorps. Kerlen liet de familieleden arresteren van ondergedoken politiebeambten die weigerden mee te werken aan de Jodenvervolging.

Waarschijnlijk om deze reden besloot C-6 om Kerlen te liquideren. Op vrijdagavond 3 september 1943 in het Willemsplantsoen Uitrecht, schoot Truus met twee kogels op Kerlen, die daarna overleed in het ziekenhuis.

Door verraad werd Truus enige weken later gearresteerd, en op 27 oktober 1943, vermoord in Sachsenhausen/Oranienburg. Vanwege Truus’ verzetsactiviteiten, werd haar moeder Mien gegijzeld, zij overleed op 17 januari 1945 in concentratiekamp Ravensbrück.

Truus is een nicht van Trui en Bertus.

Omdat er geen enkel monument noch een herdenkingsplaatje is voor Truus van Lier, besloot de heer Tommie Hendriks om een ‘bloemenmonument’ voor Truus te planten. In 2005 was voor het eerst de naam ‘TRUUS’ zichtbaar aan de Catharijnesingel, tegenover de Geertekerk, en vlakbij de plek waar Truus op Kerlen schoot.

De naam ‘TRUUS’ wordt gevormd door honderden bloeiende narcissen.

In 2018 gaf de heer Tommie Hendriks te kennen dat hij een opvolger zocht om het ‘bloemenmonument’ te onderhouden. Sinds de zomer van 2018 ben ik verantwoordelijk voor het ‘bloemenmonument’ en wil ik mij graag inzetten om het gedachtengoed van Truus, en haar familieleden Trui en Bertus onder de aandacht te brengen.