Ik kreeg een bijzonder schrijven, het gaat om een deel uit de column van Wim Boevink in Trouw, 21 april 2015. Door het schrijven van Wim Boevink kwam ik in aanraking met ‘Truus van Lier’.

De oorlog, de oorlog. Het herdenkingsseizoen is al volop aangebroken, ruim voor de meidagen. Soms zijn er kleine herinneringen, die niettemin onder de huid gaan, zoals die van Kees Kroon, die reageerde op het Klein Verslag waarin onlangs Truus van Lier figureerde, de verzetsstrijdster die in september 1943 in Utrecht de gehate hoofdcommissaris van politie Gerard Kerlen doodschoot.

Een paar dagen later speelde Kees Kroon in het plaatselijke Wilhelminapark, dat toen Nassaupark heette, met wat vrienden uit 2 HBS.

Hij schrijft: ‘In de verte hoorden we muziek. Dichterbij gekomen liep om het park een stoet soldaten, militair muziekkorps, lijkwagen. Soldaten met vertraagde, gestrekte militaire pas. Gespeeld werd de treurmars van Beethoven. De straten waren spookachtig leeg, iedereen was naar binnen gegaan op een enkele eenzame na, die met opgeheven gestrekte arm de fascistengroet bracht. We konden niet weg en zagen het vanuit de struiken.’

En dan schrijft de nu ruim tachtig-jarige: ‘Nog altijd als ik die muziek hoor gaan de rillingen over mijn rug, zie ik de stoet en de lege straten. Het was de begrafenis van de doodgeschoten Kerlen.’

(de 20-jarige wielrijdster is ‘Truus van Lier’, en de kleurenfoto is van Nico Jesse uit 1942, het Wilhelminapark, maar toen geheten Nassaupark)